achthonderdenveertig
0 | 8 | 4 | 0 |
achthonderdenveertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: achthonderdenveertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɑxthɔndərtɛnˈfertəx / (6 lettergrepen)
- acht·hon·derd·en·veer·tig
- samenstellende samenstelling van achthonderd ht, en vw en veertig ht
achthonderdenveertig
- "840", langere vorm van achthonderdveertig, achthonderd plus veertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft achthonderdenveertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot achthonderdenveertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- achthonderdveertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "achthonderdenveertig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "achthonderdenveertig" ht als linkerdeel
- Het woord 'achthonderdenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)