WikiWoordenboek:Voegwoord
Een voegwoord is een woord dat zelf niet als zinsdeel functioneert, maar gebruikt wordt om twee woorden, zinsnedes, deelzinnen of volzinnen met elkaar te verbinden. Er zijn talen waarin deze ruime omschrijving overlapt met die van andere woordsoorten, de precieze afbakening welke woorden als voegwoord worden beschouwd is daarom afhankelijk van de taal. Als regel kennen voegwoorden geen verbuiging. De functie van een voegwoord kan soms ook worden vervuld door een zinsnede, de voegwoordelijke uitdrukking.
Nevenschikkende voegwoorden verbinden twee elementen die in de zinsbouw gelijkwaardig zijn.
- «Zij lacht want zij is gelukkig.»
- "Zij lacht." en "Zij is gelukkig." kunnen beide losse zinnen zijn, die woord "want" worden verbonden.
- «Ik zorg graag voor honden of katten.»
- "Ik zorg graag voor katten of honden." heeft precies dezelfde betekenis.
- «Zij lacht want zij is gelukkig.»
Onderschikkende voegwoorden verbinden twee elementen waarvan de een in de zinsbouw onderdeel is van de ander.
- «Zij lacht omdat zij gelukkig is.»
- "Zij lacht" is de hoofdzin, "omdat" leidt de bijzin in dat "zij gelukkig is".
- «Ik weet niet of hij thuis is.»
- "Ik weet niet" is de hoofdzin waarin "of hij thuis is" het lijdend voorwerp vormt.
- «Zij lacht omdat zij gelukkig is.»
Er zijn voegwoorden die zowel nevenschikkend als onderschikkend gebruikt worden, zie bijvoorbeeld of in voorgaande voorbeelden.