0 8 0 1
achthonderdeen,
op een abacus
  • acht·hon·derd·een

achthonderdeen

  1. "801", het getal tussen achthonderd en achthonderdtwee, achthonderd plus een
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen achthonderdeen euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer achthonderdeen van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "achthonderdeen" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord achthonderdeen achthonderdeens
verkleinwoord achthonderdeentje achthonderdeentjes

de achthonderdeenv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 801 is aangeduid
    • Als jij achthonderdeen opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de achthonderdeenmv

  1. groep van 801 eenheden
    • Die achthonderdeen kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.