• tach·tig·voud
enkelvoud meervoud
naamwoord tachtigvoud tachtigvouden
verkleinwoord

het tachtigvoudo

  1. in tachitigvoud: 80 keer hetzelfde
    • Geef mij dit rapport maar in tachtigvoud dan zorg ik wel voor de verdere verspreiding. 
  2. (wiskunde) deelbaar door 80
    • 240 is een tachtigvoud.