vijfhonderdtachtig
0 | 5 | 8 | 0 |
vijfhonderdtachtig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: vijfhonderdtachtig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌvɛifhɔndərˈtɑxtəx / (5 lettergrepen)
- vijf·hon·derd·tach·tig
- samenstelling van vijfhonderd ht en tachtig ht
vijfhonderdtachtig
- "580", het getal tussen vijfhonderdnegenenzeventig en vijfhonderdeenentachtig, vijfhonderd plus tachtig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen vijfhonderdtachtig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer vijfhonderdtachtig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "vijfhonderdtachtig" ht als linkerdeel
1. het getal 580
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vijfhonderdtachtig | vijfhonderdtachtigs |
verkleinwoord | vijfhonderdtachtigje | vijfhonderdtachtigjes |
- dat wat in een (rang)ordening met 580 is aangeduid
- Als jij vijfhonderdtachtig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
de vijfhonderdtachtig mv
- groep van 580 eenheden
- Die vijfhonderdtachtig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
- Het woord 'vijfhonderdtachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.