• de·la·pan be·las
  • uit delapan "acht" en belas "-tien", woord dat het voorgaande telwoord met 10 vermeerderd om de getallen 11 tot 19 te vormen
Telwoord (ind)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 200 106
3 13 30 300 109
4 14 40 400 1012
5 15 50 500 1015
6 16 60 600 1018
7 17 70 700 1021
8 18 80 800 1024
9 19 90 900 1027

delapan belas

  1. achttien