• acht·tien·ja·rig
stellend
onverbogen achttienjarig
verbogen achttienjarige
partitief achttienjarigs

achttienjarig

  1. 18 jaren durend
    • Gedurende dit achttienjarig tijdperk werd er geen oorlog gevoerd. 
  2. met de leeftijd van 18 jaar
    • Het achttienjarig meisje mocht voor het eerst stemmen.