driehonderdachttien

       
0 3 1 8
driehonderdachttien,
op een abacus
  • drie·hon·derd·acht·tien

driehonderdachttien

  1. "318", het getal tussen driehonderdzeventien en driehonderdnegentien, driehonderd plus achttien
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen driehonderdachttien euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdachttien van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdachttien" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord driehonderdachttien driehonderdachttiens
verkleinwoord driehonderdachttientje driehonderdachttientjes

de driehonderdachttienv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 318 is aangeduid
    • Als jij driehonderdachttien opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de driehonderdachttienmv

  1. groep van 318 eenheden
    • Die driehonderdachttien kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.