tienjarig
- tien·ja·rig
stellend | |
---|---|
onverbogen | tienjarig |
verbogen | tienjarige |
partitief | tienjarigs |
tienjarig
- 10 jaren durend
- Gedurende dit tienjarig tijdperk werd er geen oorlog gevoerd.
- met de leeftijd van 10 jaar
- Hun tienjarig kind ging naar groep 7 van de basisschool.
- ▸ Toen ik mijn tienjarige zoon vroeg wat hij ervan vond dat ik zo lang weg zou zijn, antwoordde hij: ‘Geen idee, dat weet ik toch pas als je weg bent?’ Grappig vond ik zijn opmerking over het motief van mijn reis: ‘Wat is het nut van je wandeling? Je bereikt en verdient er niks mee.’ Mijn vijftienjarige dochter reageerde net als mijn vrouw pragmatisch en recht door zee.[1]
- Het woord tienjarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tienjarig" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be