Nederlands

       
0 9 1 0
negenhonderdtien,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·gen·hon·derd·tien
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

negenhonderdtien

  1. "910", het getal tussen negenhonderdnegen en negenhonderdelf, negenhonderd plus tien
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen negenhonderdtien euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer negenhonderdtien van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "negenhonderdtien" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord negenhonderdtien negenhonderdtiens
verkleinwoord negenhonderdtientje negenhonderdtientjes

Zelfstandig naamwoord

de negenhonderdtienv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 910 is aangeduid
    • Als jij negenhonderdtien opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

negenhonderdtien mv

  1. groep van 910 eenheden
    • Die negenhonderdtien kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid