negenhonderdnegen

Nederlands

       
0 9 0 9
negenhonderdnegen,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·gen·hon·derd·ne·gen
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

negenhonderdnegen

  1. "909", het getal tussen negenhonderdacht en negenhonderdtien, negenhonderd plus negen
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen negenhonderdnegen euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer negenhonderdnegen van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "negenhonderdnegen" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord negenhonderdnegen negenhonderdnegens
verkleinwoord negenhonderdnegentje negenhonderdnegentjes

Zelfstandig naamwoord

de negenhonderdnegenv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 909 is aangeduid
    • Als jij negenhonderdnegen opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

negenhonderdnegen mv

  1. groep van 909 eenheden
    • Die negenhonderdnegen kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid