Nederlands

       
0 7 1 0
zevenhonderdtien,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·ven·hon·derd·tien
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

zevenhonderdtien

  1. "710", het getal tussen zevenhonderdnegen en zevenhonderdelf, zevenhonderd plus tien
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zevenhonderdtien euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer zevenhonderdtien van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "zevenhonderdtien" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord zevenhonderdtien zevenhonderdtiens
verkleinwoord zevenhonderdtientje zevenhonderdtientjes

Zelfstandig naamwoord

de zevenhonderdtienv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 710 is aangeduid
    • Als jij zevenhonderdtien opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

zevenhonderdtien mv

  1. groep van 710 eenheden
    • Die zevenhonderdtien kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid