0 7 1 1
zevenhonderdelf,
op een abacus
  • ze·ven·hon·derd·elf

zevenhonderdelf

  1. "711", het getal tussen zevenhonderdtien en zevenhonderdtwaalf, zevenhonderd plus elf
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zevenhonderdelf euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer zevenhonderdelf van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "zevenhonderdelf" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord zevenhonderdelf zevenhonderdelfs
verkleinwoord zevenhonderdelfje zevenhonderdelfjes

de zevenhonderdelfv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 711 is aangeduid
    • Als jij zevenhonderdelf opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de zevenhonderdelfmv

  1. groep van 711 eenheden
    • Die zevenhonderdelf kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.