zevenhonderdtwaalf

       
0 7 1 2
zevenhonderdtwaalf,
op een abacus
  • ze·ven·hon·derd·twaalf

zevenhonderdtwaalf

  1. "712", het getal tussen zevenhonderdelf en zevenhonderddertien, zevenhonderd plus twaalf
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zevenhonderdtwaalf euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer zevenhonderdtwaalf van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "zevenhonderdtwaalf" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord zevenhonderdtwaalf zevenhonderdtwaalfs
verkleinwoord zevenhonderdtwaalfje zevenhonderdtwaalfjes

de zevenhonderdtwaalfv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 712 is aangeduid
    • Als jij zevenhonderdtwaalf opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de zevenhonderdtwaalfmv

  1. groep van 712 eenheden
    • Die zevenhonderdtwaalf kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.