negenhonderdtwaalf

       
0 9 1 2
negenhonderdtwaalf,
op een abacus
  • ne·gen·hon·derd·twaalf

negenhonderdtwaalf

  1. "912", het getal tussen negenhonderdelf en negenhonderddertien, negenhonderd plus twaalf
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen negenhonderdtwaalf euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer negenhonderdtwaalf van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "negenhonderdtwaalf" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord negenhonderdtwaalf negenhonderdtwaalfs
verkleinwoord negenhonderdtwaalfje negenhonderdtwaalfjes

de negenhonderdtwaalfv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 912 is aangeduid
    • Als jij negenhonderdtwaalf opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de negenhonderdtwaalfmv

  1. groep van 912 eenheden
    • Die negenhonderdtwaalf kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.