vierhonderdentweeëndertig
0 | 4 | 3 | 2 |
vierhonderdentweeëndertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: vierhonderdentweeëndertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌvirhɔndərtɛnˈtwejənˌdɛrtəx / (8 lettergrepen)
- vier·hon·derd·en·tweeën·der·tig, vier·hon·derd·en·twee·en·der·tig
vierhonderdentweeëndertig
- "432", langere vorm van vierhonderdtweeëndertig, vierhonderd plus tweeëndertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft vierhonderdentweeëndertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot vierhonderdentweeëndertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- vierhonderdtweeëndertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "vierhonderdentweeëndertig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "vierhonderdentweeëndertig" ht als linkerdeel
- Het woord 'vierhonderdentweeëndertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)