vierhonderdnegenenzeventig

       
0 4 7 9
vierhonderdnegenenzeventig,
op een abacus
  • vier·hon·derd·ne·gen·en·ze·ven·tig

vierhonderdnegenenzeventig

  1. "479", het getal tussen vierhonderdachtenzeventig en vierhonderdtachtig, vierhonderd plus negenenzeventig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vierhonderdnegenenzeventig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer vierhonderdnegenenzeventig van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vierhonderdnegenenzeventig" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord vierhonderdnegenenzeventig vierhonderdnegenenzeventigs
verkleinwoord vierhonderdnegenenzeventigje vierhonderdnegenenzeventigjes

de vierhonderdnegenenzeventigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 479 is aangeduid
    • Als jij vierhonderdnegenenzeventig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de vierhonderdnegenenzeventigmv

  1. groep van 479 eenheden
    • Die vierhonderdnegenenzeventig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.