vierhonderdenzevenendertig
0 | 4 | 3 | 7 |
vierhonderdenzevenendertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: vierhonderdenzevenendertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌvirhɔndərtɛnˈzevənənˌdɛrtəx / (9 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'vierhonderdennegenendertig': /ˌvirhɔndərtɛnˈzøvənənˌdɛrtəx/
- vier·hon·derd·en·ze·ven·en·der·tig
vierhonderdenzevenendertig
- "437", langere vorm van vierhonderdzevenendertig, vierhonderd plus zevenendertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft vierhonderdenzevenendertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot vierhonderdenzevenendertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- vierhonderdzevenendertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "vierhonderdenzevenendertig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "vierhonderdenzevenendertig" ht als linkerdeel
- Het woord 'vierhonderdenzevenendertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)