vierhonderddrieëntachtig
Nederlands
0 | 4 | 8 | 3 |
vierhonderddrieëntachtig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: vierhonderddrieëntachtig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌvirhɔndərˈdrijənˌtɑxtəx / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- vier·hon·derd·drieën·tach·tig, vier·hon·derd·drie·en·tach·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vierhonderd ht en drieëntachtig ht
Hoofdtelwoord
vierhonderddrieëntachtig
- "483", het getal tussen vierhonderdtweeëntachtig en vierhonderdvierentachtig, vierhonderd plus drieëntachtig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen vierhonderddrieëntachtig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer vierhonderddrieëntachtig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "vierhonderddrieëntachtig" ht als linkerdeel
Vertalingen
1. het getal 483
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vierhonderddrieëntachtig | vierhonderddrieëntachtigs |
verkleinwoord | vierhonderddrieëntachtigje | vierhonderddrieëntachtigjes |
Zelfstandig naamwoord
de vierhonderddrieëntachtig v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 483 is aangeduid
- Als jij vierhonderddrieëntachtig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
vierhonderddrieëntachtig mv
- groep van 483 eenheden
- Die vierhonderddrieëntachtig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
Gangbaarheid
- Het woord 'vierhonderddrieëntachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.