vierhonderdenzeventig
0 | 4 | 7 | 0 |
vierhonderdenzeventig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: vierhonderdenzeventig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌvirhɔndərtɛnˈsevə(n)təx / (7 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'vierhonderdennegentig': /ˌvirhɔndərtɛnˈzøvəntəx/
- vier·hon·derd·en·ze·ven·tig
- samenstellende samenstelling van vierhonderd ht, en vw en zeventig ht
vierhonderdenzeventig
- "470", langere vorm van vierhonderdzeventig, vierhonderd plus zeventig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft vierhonderdenzeventig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot vierhonderdenzeventig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- vierhonderdzeventig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "vierhonderdenzeventig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "vierhonderdenzeventig" ht als linkerdeel
- Het woord 'vierhonderdenzeventig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)