vierhonderdzeventig
0 | 4 | 7 | 0 |
vierhonderdzeventig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: vierhonderdzeventig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌvirhɔndərtˈsevə(n)təx / (6 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'vierhonderdnegentig': /ˌvirhɔndərtˈsøvəntəx/
- vier·hon·derd·ze·ven·tig
- samenstelling van vierhonderd ht en zeventig ht
vierhonderdzeventig
- "470", het getal tussen vierhonderdnegenenzestig en vierhonderdeenenzeventig, vierhonderd plus zeventig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen vierhonderdzeventig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer vierhonderdzeventig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "vierhonderdzeventig" ht als linkerdeel
1. het getal 470
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vierhonderdzeventig | vierhonderdzeventigs |
verkleinwoord | vierhonderdzeventigje | vierhonderdzeventigjes |
- dat wat in een (rang)ordening met 470 is aangeduid
- Als jij vierhonderdzeventig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
de vierhonderdzeventig mv
- groep van 470 eenheden
- Die vierhonderdzeventig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
- Het woord 'vierhonderdzeventig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.