vierhonderdentweeëntwintig
0 | 4 | 2 | 2 |
vierhonderdentweeëntwintig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: vierhonderdentweeëntwintig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌvirhɔndərtɛnˈtwejənˌtwɪntəx / (8 lettergrepen)
- vier·hon·derd·en·tweeën·twin·tig, vier·hon·derd·en·twee·en·twin·tig
vierhonderdentweeëntwintig
- "422", langere vorm van vierhonderdtweeëntwintig, vierhonderd plus tweeëntwintig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft vierhonderdentweeëntwintig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot vierhonderdentweeëntwintig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- vierhonderdtweeëntwintig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "vierhonderdentweeëntwintig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "vierhonderdentweeëntwintig" ht als linkerdeel
- Het woord 'vierhonderdentweeëntwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)