vierhonderdzeventien

       
0 4 1 7
vierhonderdzeventien,
op een abacus
  • vier·hon·derd·ze·ven·tien

vierhonderdzeventien

  1. "417", het getal tussen vierhonderdzestien en vierhonderdachttien, vierhonderd plus zeventien
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vierhonderdzeventien euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer vierhonderdzeventien van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vierhonderdzeventien" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord vierhonderdzeventien vierhonderdzeventiens
verkleinwoord vierhonderdzeventientje vierhonderdzeventientjes

de vierhonderdzeventienv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 417 is aangeduid
    • Als jij vierhonderdzeventien opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de vierhonderdzeventienmv

  1. groep van 417 eenheden
    • Die vierhonderdzeventien kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.