vierhonderddrieëndertig
Nederlands
0 | 4 | 3 | 3 |
vierhonderddrieëndertig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: vierhonderddrieëndertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌvirhɔndərˈdrijənˌdɛrtəx / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- vier·hon·derd·drieën·der·tig, vier·hon·derd·drie·en·der·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vierhonderd ht en drieëndertig ht
Hoofdtelwoord
vierhonderddrieëndertig
- "433", het getal tussen vierhonderdtweeëndertig en vierhonderdvierendertig, vierhonderd plus drieëndertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen vierhonderddrieëndertig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer vierhonderddrieëndertig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "vierhonderddrieëndertig" ht als linkerdeel
Vertalingen
1. het getal 433
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vierhonderddrieëndertig | vierhonderddrieëndertigs |
verkleinwoord | vierhonderddrieëndertigje | vierhonderddrieëndertigjes |
Zelfstandig naamwoord
de vierhonderddrieëndertig v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 433 is aangeduid
- Als jij vierhonderddrieëndertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
vierhonderddrieëndertig mv
- groep van 433 eenheden
- Die vierhonderddrieëndertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
Gangbaarheid
- Het woord 'vierhonderddrieëndertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.