vierhonderdvijftien

       
0 4 1 5
vierhonderdvijftien,
op een abacus
  • vier·hon·derd·vijf·tien

vierhonderdvijftien

  1. "415", het getal tussen vierhonderdveertien en vierhonderdzestien, vierhonderd plus vijftien
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vierhonderdvijftien euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer vierhonderdvijftien van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vierhonderdvijftien" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord vierhonderdvijftien vierhonderdvijftiens
verkleinwoord vierhonderdvijftientje vierhonderdvijftientjes

de vierhonderdvijftienv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 415 is aangeduid
    • Als jij vierhonderdvijftien opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de vierhonderdvijftienmv

  1. groep van 415 eenheden
    • Die vierhonderdvijftien kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.