Nederlands

       
0 4 0 3
vierhonderddrie,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·hon·derd·drie
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

vierhonderddrie

  1. "403", het getal tussen vierhonderdtwee en vierhonderdvier, vierhonderd plus drie
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vierhonderddrie euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer vierhonderddrie van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vierhonderddrie" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord vierhonderddrie vierhonderddries
verkleinwoord vierhonderddrietje vierhonderddrietjes

Zelfstandig naamwoord

de vierhonderddriev / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 403 is aangeduid
    • Als jij vierhonderddrie opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

vierhonderddrie mv

  1. groep van 403 eenheden
    • Die vierhonderddrie kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid