vierhonderdenvierenzestig
0 | 4 | 6 | 4 |
vierhonderdenvierenzestig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: vierhonderdenvierenzestig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌvirhɔndərtɛnˈvirənˌsɛstəx / (8 lettergrepen)
- vier·hon·derd·en·vier·en·zes·tig
vierhonderdenvierenzestig
- "464", langere vorm van vierhonderdvierenzestig, vierhonderd plus vierenzestig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft vierhonderdenvierenzestig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot vierhonderdenvierenzestig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- vierhonderdvierenzestig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "vierhonderdenvierenzestig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "vierhonderdenvierenzestig" ht als linkerdeel
- Het woord 'vierhonderdenvierenzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)