vierhonderdenvijfenveertig
0 | 4 | 4 | 5 |
vierhonderdenvijfenveertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: vierhonderdenvijfenveertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌvirhɔndərtɛnˈvɛifənˌfertəx / (8 lettergrepen)
- vier·hon·derd·en·vijf·en·veer·tig
vierhonderdenvijfenveertig
- "445", langere vorm van vierhonderdvijfenveertig, vierhonderd plus vijfenveertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft vierhonderdenvijfenveertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot vierhonderdenvijfenveertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- vierhonderdvijfenveertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "vierhonderdenvijfenveertig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "vierhonderdenvijfenveertig" ht als linkerdeel
- Het woord 'vierhonderdenvijfenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)