driehonderdnegenennegentig

       
0 3 9 9
driehonderdnegenennegentig,
op een abacus
  • drie·hon·derd·ne·gen·en·ne·gen·tig

driehonderdnegenennegentig

  1. "399", het getal tussen driehonderdachtennegentig en vierhonderd, driehonderd plus negenennegentig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen driehonderdnegenennegentig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdnegenennegentig van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdnegenennegentig" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord driehonderdnegenennegentig driehonderdnegenennegentigs
verkleinwoord driehonderdnegenennegentigje driehonderdnegenennegentigjes

de driehonderdnegenennegentigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 399 is aangeduid
    • Als jij driehonderdnegenennegentig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de driehonderdnegenennegentigmv

  1. groep van 399 eenheden
    • Die driehonderdnegenennegentig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.