vierhonderdtweeënnegentig

Nederlands

       
0 4 9 2
vierhonderdtweeënnegentig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·hon·derd·tweeën·ne·gen·tig, vier·hon·derd·twee·en·ne·gen·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

vierhonderdtweeënnegentig

  1. "492", het getal tussen vierhonderdeenennegentig en vierhonderddrieënnegentig, vierhonderd plus tweeënnegentig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vierhonderdtweeënnegentig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer vierhonderdtweeënnegentig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vierhonderdtweeënnegentig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord vierhonderdtweeënnegentig vierhonderdtweeënnegentigs
verkleinwoord vierhonderdtweeënnegentigje vierhonderdtweeënnegentigjes

Zelfstandig naamwoord

de vierhonderdtweeënnegentigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 492 is aangeduid
    • Als jij vierhonderdtweeënnegentig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

vierhonderdtweeënnegentig mv

  1. groep van 492 eenheden
    • Die vierhonderdtweeënnegentig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid