vierhonderdenveertien
0 | 4 | 1 | 4 |
vierhonderdenveertien,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: vierhonderdenveertien (hulp, bestand)
- IPA: / ˌvirhɔndərtɛnˈvertin / (6 lettergrepen)
- vier·hon·derd·en·veer·tien
- samenstellende samenstelling van vierhonderd ht, en vw en veertien ht
vierhonderdenveertien
- "414", langere vorm van vierhonderdveertien, vierhonderd plus veertien
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft vierhonderdenveertien euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot vierhonderdenveertien.
- om een hoeveelheid aan te geven
- vierhonderdveertien (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "vierhonderdenveertien" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "vierhonderdenveertien" ht als linkerdeel
- Het woord 'vierhonderdenveertien' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)