vierhonderdennegenenzestig
0 | 4 | 6 | 9 |
vierhonderdennegenenzestig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: vierhonderdennegenenzestig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌvirhɔndərtɛnˈneɣənənˌsɛstəx / (9 lettergrepen)
- vier·hon·derd·en·ne·gen·en·zes·tig
vierhonderdennegenenzestig
- "469", langere vorm van vierhonderdnegenenzestig, vierhonderd plus negenenzestig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft vierhonderdennegenenzestig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot vierhonderdennegenenzestig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- vierhonderdnegenenzestig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "vierhonderdennegenenzestig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "vierhonderdennegenenzestig" ht als linkerdeel
- Het woord 'vierhonderdennegenenzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)