vierhonderdvijfenzestig

Nederlands

       
0 4 6 5
vierhonderdvijfenzestig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·hon·derd·vijf·en·zes·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

vierhonderdvijfenzestig

  1. "465", het getal tussen vierhonderdvierenzestig en vierhonderdzesenzestig, vierhonderd plus vijfenzestig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vierhonderdvijfenzestig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer vierhonderdvijfenzestig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vierhonderdvijfenzestig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord vierhonderdvijfenzestig vierhonderdvijfenzestigs
verkleinwoord vierhonderdvijfenzestigje vierhonderdvijfenzestigjes

Zelfstandig naamwoord

de vierhonderdvijfenzestigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 465 is aangeduid
    • Als jij vierhonderdvijfenzestig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

vierhonderdvijfenzestig mv

  1. groep van 465 eenheden
    • Die vierhonderdvijfenzestig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid