vierhonderdentien

Nederlands

       
0 4 1 0
vierhonderdentien,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·hon·derd·en·tien
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

vierhonderdentien

  1. "410", langere vorm van vierhonderdtien, vierhonderd plus tien
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft vierhonderdentien euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot vierhonderdentien. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoord samengesteld met "vierhonderdentien" ht als linkerdeel

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2.   Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)