vierhonderdenachtenzestig
0 | 4 | 6 | 8 |
vierhonderdenachtenzestig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: vierhonderdenachtenzestig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌvirhɔndərtɛnˈɑxtənˌsɛstəx / (8 lettergrepen)
- vier·hon·derd·en·acht·en·zes·tig
vierhonderdenachtenzestig
- "468", langere vorm van vierhonderdachtenzestig, vierhonderd plus achtenzestig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft vierhonderdenachtenzestig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot vierhonderdenachtenzestig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- vierhonderdachtenzestig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "vierhonderdenachtenzestig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "vierhonderdenachtenzestig" ht als linkerdeel
- Het woord 'vierhonderdenachtenzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)