vierhonderdennegenenveertig

Nederlands

0	4	4	9

vierhonderdennegenenveertig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  vierhonderdennegenenveertig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌvirhɔndərtɛnˈneɣənənˌfertəx / (9 lettergrepen)

Woordafbreking

• vier·hon·derd·en·ne·gen·en·veer·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  vierhonderd ht,   en vw  en  negenenveertig ht 

Hoofdtelwoord

vierhonderdennegenenveertig

1. "449", langere vorm van vierhonderdnegenenveertig, vierhonderd plus negenenveertig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft vierhonderdennegenenveertig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot vierhonderdennegenenveertig. 

Synoniemen

• vierhonderdnegenenveertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "vierhonderdennegenenveertig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• vierhonderdennegenenveertigste

hooftelwoord samengesteld met "vierhonderdennegenenveertig" ht als linkerdeel

• vierhonderdennegenenveertigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'vierhonderdennegenenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.