Categorie:Sterk werkwoord klasse 1 in het Nederlands
Index |
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z |
De eerste klasse is de grootste en meest regelmatige klasse sterke werkwoorden in het Nederlands.
Het paradigma is:
- ..-/ɛɪ/-....-/e/-....-/e/-
De tweeklank /ɛɪ/ wordt geschreven met ij.
In feite zijn er maar weinig werkwoorden in het Nederlands met een ij in de stam die zwak vervoegd worden. Werkwoorden met een stamklinker -ei- daarentegen zijn in de regel zwak. In een paar gevallen heeft een van oorsprong zwak werkwoord met -ei- in de stam er, naar analogie van klasse 1, een sterke vervoeging bij gekregen. Deze nieuwe sterke vormen beperken zich echter veelal tot de spreektaal en zijn niet altijd erkend.
Pagina’s in categorie "Sterk werkwoord klasse 1 in het Nederlands"
Deze categorie bevat de volgende 200 pagina’s, van de 408 in totaal.
(vorige pagina) (volgende pagina)A
- aanbewijzen
- aanbijten
- aanblijven
- aandrijven
- aaneenblijven
- aaneenrijgen
- aaneenschrijven
- aaneensmijten
- aangrijpen
- aankijken
- aankrijgen
- aanlijken
- aanprijzen
- aanrijden
- aanrijgen
- aanschrijden
- aanschrijven
- aanslijpen
- aansmijten
- aansnijden
- aanstijven
- aanstrijken
- aantijgen
- aanvijzen
- aanwijzen
- aanwrijven
- achterblijven
- achternarijden
- achteromkijken
- achteruitkijken
- achteruitrijden
- achteruitwijken
- afbijten
- afblijven
- afdrijven
- afglijden
- afkijken
- afknijpen
- afkrijgen
- afnijpen
- afrijden
- afrijgen
- afrijzen
- afschijnen
- afschrijven
- afslijpen
- afslijten
- afsmijten
- afsnijden
- afsplijten
- afstijgen
- afstrijden
- afstrijken
- afvijzen
- afvrijen
- afwijken
- afwijzen
- afwrijven
- afzeiken
- autorijden
B
- bedrijven
- beetgrijpen
- beetkrijgen
- begrijpen
- bekijken
- bekijven
- beknijpen
- belijden
- berijden
- beschijnen
- beschijten
- beschrijven
- besnijden
- bestijgen
- bestrijden
- bestrijken
- bewijzen
- bezeiken
- bezwijken
- bijblijven
- bijeenblijven
- bijeendrijven
- bijkrijgen
- bijschrijven
- bijslijpen
- bijsnijden
- bijten
- bijzen
- binnenblijven
- binnendrijven
- binnenglijden
- binnenkijken
- binnenkrijgen
- binnenrijden
- binnenrijven
- binnenschrijden
- blijken
- blijven
- blokrijden
- bovenblijven
- bovendrijven
- breien
- buitensmijten