aanstrijken
- Geluid: aanstrijken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanstrɛikə(n) / (3 lettergrepen)
- aan·strij·ken
- samenstelling van aan vz en strijken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanstrijken |
streek aan |
aangestreken |
klasse 1 | volledig |
aanstrijken
- overgankelijk langs iets strijken
- De snaren van een viool worden aangestreken met behulp van een strijkstok.
- overgankelijk (bouwkunde) voegen, dichtsmeren
- overgankelijk doen ontbranden
- Hij probeert een lucifer aan te strijken, maar de kop ketst af.
- Het woord aanstrijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.