insnijden
- in·snij·den
- samenstelling van in en snijden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
insnijden |
sneed in |
ingesneden |
klasse 1 | volledig |
insnijden [1]
- overgankelijk een snee maken in
- overgankelijk door snijden ergens in aanbrengen
- Het woord insnijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "insnijden" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be