achternarijden
- ach·ter·na·rij·den
- samenstelling van achterna bw en rijden ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
achternarijden |
reed achterna |
achternagereden |
klasse 1 | volledig |
achternarijden
- overgankelijk iemand in een voertuig volgen
- Hij werd door de mannen achternagereden tot aan zijn huis en daar in elkaar geslagen.
- ergatief iemand in een voertuig volgen
- Hij was hem achternagereden maar in de drukte raakte hij hem kwijt.
- Het woord achternarijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.