inschrijven

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  inschrijven    (hulp, bestand)
• IPA: /'ɪnsxrɛɪvə(n)/

Woordafbreking

• in·schrij·ven

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  in bw  en  schrijven ww 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
inschrijven	schreef in	ingeschreven
klasse 1	volledig

Werkwoord

inschrijven

1. wederkerend zich ~: een lidmaatschap of deelnemerschap schriftelijk vastleggen

   • Er schreven zich verrassend veel mensen in voor deze cursus. 

   ▸ Om niet direct terug te vallen in mijn oude gewoontes had ik me tijdens het lopen al ingeschreven voor de Amsterdamse marathon, die precies twee weken na mijn terugkomst zou plaatsvinden.

   ▸ Het aantal foodtruckondernemingen is in vijf jaar tijd ruim verdubbeld. In 2017 waren er bij de Kamer van Koophandel (KvK) nog 1189 ondernemingen met een foodtruck ingeschreven, inmiddels zijn dat er 2495. Tijdens de coronacrisis hield de groei van het aantal foodtrucks aan.

Synoniemen

• aanmelden

Vertalingen

    1. een lidmaatschap of deelnemerschap schriftelijk vastleggen   

Duits: sich einschreiben (de), sich immatrikulieren (de) Engels: register (en) Frans: inscrire (fr)

Noors: tinglyse (no) (in een register) Nynorsk: tinglyse (nn) (in een register) Spaans: inscribirse (es)

Gangbaarheid

• Het woord inschrijven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inschrijven" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.