• mee·stij·gen

meestijgen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
meestijgen
steeg mee
meegestegen
klasse 1 volledig
  1. samen met andere zaken in gelijke mate groter worden; met name over salarissen en pensioenen die hoger worden als prijzen hoger worden
    • De aanhoudend lage rente ondermijnt bovendien de vermogenspositie van met name pensioenfondsen en levensverzekeraars. Pensioenen kunnen daardoor niet altijd meestijgen met de inflatie en zullen in sommige gevallen zelfs gekort moeten worden. Dat zal zijn weerslag op de economie hebben, aldus het CPB. [1] 
    • Een belangrijker, maar minder zichtbaar, probleem ontstaat voor mensen met schulden. Bij inflatie wordt het relatief eenvoudiger om schulden af te lossen, doordat geld minder waard wordt en lonen vaak meestijgen met de prijzen. Bij deflatie worden schulden juist meer waard, terwijl de lonen niet of nauwelijks stijgen. Zo wordt het moeilijker om schulden af te lossen. Dit kan ervoor zorgen dat consumenten minder geld uitgeven en dat bedrijven investeringen terugschroeven. [2] 
    • KLM gaf vrijdag aan bij zijn voornemen te blijven om de gegarandeerde indexatie van de pensioenen van piloten te schrappen. Het bedrijf liet twee weken geleden weten af te willen van de gegarandeerde indexatie, die pensioenen laat meestijgen met de inflatie. [3]