erheen rijden
- er·heen rij·den
- verbinding van erheen en rijden, waarin "erheen" een voornaamwoordelijk bijwoord is
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
erheen rijden |
reed erheen |
erheen gereden |
klasse 1 | volledig |
erheen rijden
- naar een bepaalde plaats gaan met een vervoermiddel op wielen
- Toen we naar het station gingen moesten opschieten dus zijn we erheen gereden in de auto.
- Het woord erheen rijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.