• af·wij·zen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afwijzen
wees af
afgewezen
klasse 1 volledig

afwijzen

  1. overgankelijk een negatieve beslissing ergens over nemen
    • Hij wees de aanvraag af omdat deze niet aan de gestelde voorwaarden voldeed. 
     Hoewel Denise aandrong om mee te gaan, had ze dit resoluut afgewezen.[1]
     Hij noemde me een jonge zot die een goed aanbod afwees.[2]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. All-inclusive”   (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht  , ISBN 90-229-9182-2
  2. Victoria Holt
    “Minnares van de duivel” (1982), Saga, ISBN 9788726484731
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be