• av·vi·se
  • Afleiding van het Noorse werkwoord vise met het voorvoegsel av-
Naar frequentie 11866
vervoeging
onbepaalde wijs avvise
tegenwoordige tijd avviser
verleden tijd avviste
voltooid
deelwoord
avvist
onvoltooid
deelwoord
avvisende
lijdende vorm avvises
gebiedende wijs avvis
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

avvise

  1. overgankelijk afwijzen, ketsen
    «198 personer ble avvist på grunn av beruselse.»
    198 personen werden afgewezen wegens dronkenheid.
  2. overgankelijk verwerpen
  3. overgankelijk wegsturen
  4. overgankelijk weigeren
  5. overgankelijk, (juridisch) rejecteren
  6. overgankelijk, (medisch) afstoten



  • av·vi·se
  • Afleiding van het Nynorske werkwoord vise met het voorvoegsel av-
vervoeging
onbepaalde wijs avvise
avvisa
tegenwoordige tijd avviser
verleden tijd avviste
voltooid
deelwoord
avvist
onvoltooid
deelwoord
avvisande
lijdende vorm avvisast
gebiedende wijs avvis
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

avvise

  1. overgankelijk afwijzen, ketsen
  2. overgankelijk betwisten, ontkennen
    «Ingen avviser at ...»
    Niemand ontkent dat ...
  3. overgankelijk, (juridisch) rejecteren
  4. overgankelijk, (medisch) afstoten