Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·ge·we·zen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: afwijzen…
verbogen vorm: afgewezene

afgewezen

  1. voltooid deelwoord van afwijzen
     Hoewel Denise aandrong om mee te gaan, had ze dit resoluut afgewezen.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. All-inclusive”   (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2