• hon·ger·lij·den

hongerlijden [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
hongerlijden
leed honger
hongergeleden
klasse 1 volledig
  1. onvoldoende te eten hebben of krijgen
    • Actievoerders willen zondag een demonstratie houden bij het bezoekerscentrum. "We vinden dat het beleid moet veranderen en dat het aantal dieren moet worden aangepast. Er zijn genoeg mogelijkheden om de stand te reguleren. Nu laten ze de dieren eerst hongerlijden en dan worden ze alsnog doodgeschoten. Zoals het nu gaat, mag niet meer gebeuren", zegt Bart Lubbers, een van de initiatiefnemers van het protest. Hij verwacht "enkele honderden" demonstranten. [2] 
    • De deelnemers worden niet op een hongerlijdend dieet gezet maar leren gezonder te koken. De Weijer: "Het is goedkoop, en je kunt op een makkelijke manier heel lekker eten. Mensen staan soms te kijken van wat ze allemaal nog mogen eten. Kijk wat je lekker vindt. Producten die niet goed zijn bij diabetes hoef je er niet uit te gooien, maar wees er zuinig mee. Als de basis goed is, maakt die ene uitspatting niet uit." [3] 
95 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[4]