lijden
![]() |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lij·den
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘verduren, ondergaan’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
- van Middelnederlands liden [2][3][4]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lijden |
leed |
geleden |
klasse 1 | volledig |
Werkwoord
lijden
- ergatief in ellende verkeren; schade ondervinden;
- inergatief smart en ellende ondergaan; verdragen;
- l lijden aan: het hebben van een ziekte, aandoening of afwijking
- ▸ Maar mijn basisschoolleraar zei vroeger al dat ik leed aan verbale diarree, omdat ik steeds maar aan het praten was.[5]
Vaste voorzetsels
- lijden aan
Gelijkklinkende woorden
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- Een mens lijdt dikwijls het meest door/van het lijden dat hij vreest
- Wie mooi wil wezen, moet pijn lijden.
voor schoonheid moet je wat over hebben
Vertalingen
1. smart en ellende ondergaan
Gangbaarheid
- Het woord lijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "lijden" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "lijden" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ lijden op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be