lijdelijk
- lij·de·lijk
- afgeleid van lijd (stam van het werkwoord lijden) met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e- [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | lijdelijk | lijdelijker | lijdelijkst |
verbogen | lijdelijke | lijdelijkere | lijdelijkste |
partitief | lijdelijks | lijdelijkers | - |
lijdelijk
- zonder verzet, ongemak verdragend
- Hij moest lijdelijk verzet toepassen.
1. zonder verzet ongemak verdragend
- Het woord lijdelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lijdelijk" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ lijdelijk op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be