verdragen
- ver·dra·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verdragen |
verdroeg |
verdragen |
klasse 6 | volledig |
verdragen
- overgankelijk bestand zijn tegen (iets ergs)
- Hij kon het harde geluid van het concert niet langer verdragen en ging naar huis.
- overgankelijk (voedsel) kunnen verteren
- Steeds meer mensen verdragen geen zuivel.
1. bestand zijn tegen
de verdragen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord verdrag
- Het woord verdragen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verdragen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be